Geplaatst op 1 Reactie

De ware betekenissen van Harry Potter-spreuken

Zodra je de wonderlijke wereld van Harry Potter binnenstapt, hetzij via papier, hetzij via het tv-scherm, kan je niet aan ze ontkomen. Ze vliegen je genadeloos om de oren. De een nog gevaarlijker dan de ander. Ze zijn overal aanwezig, simpelweg onmisbaar, die goede oude toverspreuken. Welke tovenaar of heks zou immers zonder ze kunnen?

Als kleine koter was ik enorm onder de indruk van de jonge Zweinsteinpupillen. Zij konden iets wat ik niet kon, namelijk die verdraaid ingewikkelde maar tegelijkertijd ontzettend coole bezweringen gebruiken. Ik heb dikwijls geprobeerd om de koekjestrommel in het bovenste keukenkastje naar me toe te sommeren door heel hard Accio te brullen. Vergeefse moeite natuurlijk, net als die keer dat ik tijdens een potje dammen hoopte met Confundo mijn ijzersterke tegenstander uit te schakelen.

Nu, acht jaar later waarvan zes jaar te hebben gewijd aan het bestuderen van de Latijnse grammatica onder het haviksoog van meneer H., mijn docent klassieke talen, weet ik wel beter. Nee, ik kan niet toveren, en nee, die toverspreuken zijn qua letterlijke betekenis niet half zo spectaculair als hun uitspraak. Zo verliezen Accio en Confundo een deel van hun magie wanneer je weet dat de gebruiker van deze bezweringen in feite “ik laat komen” en “ik breng in de war” zegt.

Toch zijn Harry Potter-spreuken interessant om nader te bestuderen. In de meeste gevallen past het effect van een spreuk bij de Latijnse woorden die gekozen zijn om diezelfde spreuk te formuleren. J.K. Rowling heeft dus niet zomaar willekeurige woorden uit het Latijnse woordenboek lopen plukken, maar heeft duidelijk goed nagedacht over de etymologie.

Speciaal voor de Hermeliens onder de Potterheads die wel toe zijn aan wat meer ‘toverspreukdiepgang’, zijn hier de ware betekenissen van vijf toverspreuken.

Fera Verto

Ik verander als dier.

Professor Anderling demonstreert deze transfiguratiespreuk tijdens een van haar lessen. Met behulp van deze spreuk verandert ze een vogel in een waterbokaal. Dieren die in het bijzonder vatbaar zijn voor deze bezwering naast vogels, zijn ratten en katachtigen.

Fera is het zelfstandig naamwoord voor “wild dier” en is door de gebruikte naamval hier het onderwerp in de zin. Verto is de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord vertere (“veranderen”) en betekent “ik verander”. Fera Verto betekent dus letterlijk “ik verander als dier”.

Vulnera Sanentur

De wonden worden genezen.

Dit is een genezingsspreuk die gebruikt wordt om verwondingen, variërend van kleine snijwonden tot diepe sneden, te genezen. Professor Sneep gebruikt deze spreuk om de wonden van Draco Malfidus te helen, die door toedoen van Sectumsempra zijn veroorzaakt.

Sanentur is de derde persoon meervoud van het werkwoord sanere (“genezen”) en is bovendien de passieve vorm. Vulnera is het meervoud van het zelfstandig naamwoord vulnus (“wond”) en is door de gebruikte naamval het onderwerp in de spreuk. Vulnera Sanentur betekent dus letterlijk “de wonden worden genezen”.

Everte Statum

Werp de gevechtspositie omver.

Everte Statum is een gevechtsspreuk, om preciezer te zijn een duwspreuk, die de tegenstander tollend omverwerpt en een korte, scherpe pijn veroorzaakt. Draco Malfidus gebruikt deze spreuk wanneer hij duelleert met Harry Potter tijdens een van de bijeenkomsten van de Duelleerclub.

Everte is de tweede persoon gebiedende wijs van het werkwoord evertere (“omverwerpen”) en betekent “werp omver”. Statum komt van het zelfstandig naamwoord status (“gevechtspositie”) en is door de gebruikte naamval het lijdend voorwerp in de spreuk. Everte Statum betekent dus letterlijk “werp de gevechtspositie omver”.

Cave Inimicum

Pas op voor de vijand.

Een verdedigingsspreuk waarmee tegenstanders op afstand kunnen worden gehouden. Wie Cave Inimicum gebruikt, roept een onzichtbaar beschermschild op rondom een gebied. Hermelien Griffel gebruikt deze spreuk wanneer ze haar kampeerplek wil beschermen tegen Doodsdoeners.

Cave is de eerste persoon gebiedende wijs van het werkwoord cavere (“oppassen voor”) en betekent “pas op voor”. Inimicum komt van het zelfstandig naamwoord inimicus (“vijand”) en is door de gebruikte naamval in deze spreuk het lijdend voorwerp. Cave Inimicum betekent dus letterlijk “pas op voor de vijand”.

Finite Incantatem

Beëindig de toverspreuk die is uitgesproken.

Een tegenspreuk waarmee je alle eerder uitgevoerde spreuken verbreekt. Finite Incantatem staat in het Engels ook wel bekend als de General Counter-Spell vanwege de verschillende doeleinden waarvoor de spreuk gebruikt kan worden. Zo kan je de spreuk gebruiken voor duelleren, maar ook voor het repareren van huis-tuin-en-keukenschade.

Finite is de tweede persoon gebiedende wijs van het werkwoord finire (“beëindigen”) en betekent “beëindig”. Incantatem is hoogstwaarschijnlijk J.K. Rowlings eigen variatie op het werkwoord incantare (“een toverspreuk uitspreken”). Incantatem komt het dichtst in de buurt van het passieve voltooid deelwoord incantatum en kan je in deze spreuk het beste als zelfstandig vertalen. Finite Incantatem betekent dus ruwweg “beëindig de toverspreuk die is uitgesproken”.

Ben je nieuwsgierig geraakt door dit artikel en heb je nog een andere Harry Potter-spreuk waarvan je de ware, grammaticale betekenis wil weten? Leg hem dan gerust aan mij voor.

Geplaatst op Geef een reactie

Bezemkastblues

Het gegiechel met vriendin M. tijdens een saai tussenuur was reuzegezellig, maar er hing wel een prijskaartje aan. Een flink prijskaartje: tien dagen in thuisquarantaine. Afgelopen weekend testte M. namelijk positief op corona. Ontzettend vervelend voor zowel M. zelf als haar omgeving. Niemand staat te springen om de gedachte zichzelf 240 uur op te moeten sluiten in huis. Maar ja, regels zijn regels. Voorlopig zit ik dus net als tientallen andere Nederlanders binnen, en dat is … niet heel erg prettig, om het netjes te zeggen.

Ik ben afgezonderd van het bruisende leven dat zich afspeelt tussen de muren van mijn middelbare school en daarbuiten. Deze week voor mij geen geginnegap met vrienden tijdens lessen of King of the Court-wedstrijdjes tijdens trainingen. Als dan ook nog de stroom ervoor kiest om mij een paar uur in de steek te laten, zit ik er écht doorheen. Opgesloten in een donker huis, voel ik me net de elfjarige Harry Potter die wekelijks vastzit in zijn bezemkast. Ik geloof dat ik de bezemkastblues goed te pakken heb.

Bezemkastwattes? Blues? Is dit soms een typefout? Absoluut niet. Zoals bekend is, heeft corona de Dikke van Dale een hoop nieuwe woorden opgeleverd: quarantinderen, hoestschaamte, drive-by-uitvaart, coronials enzovoort. Stuk voor stuk speelse woorden, maar tot mijn teleurstelling ontbreekt er nog een YA-gerelateerd woord in dit rijtje. Daar moet natuurlijk verandering in komen. Ik zal alvast de spits afbijten. Speciaal voor de Potterheads binnen de Young Adult Community introduceer ik het nieuwe YA-gerelateerde coronabegrip ‘bezemkastblues’: het onplezierige gevoel van eenzaamheid en/of afzondering dat men ervaart wanneer men door corona thuis in quarantaine zit.

Er is een grote kans dat dit begrip ook van jou op toepassing is (geweest). Tijdens de lockdown van een halfjaar terug waren we in feite allemaal Harry’s in eigen bezemkast. Sommigen van ons, waaronder ikzelf, moeten momenteel opnieuw in quarantaine (lees: de bezemkast) en voelen zich daardoor ongelukkig. Het fijne is nu wel dat er een woord bestaat dat alle sombere gevoelens tijdens quarantaine in één keer beschrijft.

Zit je voor een langere tijd opgesloten in eenzelfde ruimte? Voel je je eenzaam in die ruimte, afgesloten van het echte leven? voel je af en toe de drang om je irritante familieleden het zwijgen op te leggen met een of andere toverspreuk? Kijk je uit naar contact met een zekere halfreus zeker persoon van wie je weet dat die jou kan opfleuren? Als het antwoord op al deze vragen ‘ja’ is dan, mijn beste lezer, heb je niet last van een quarantainedepressie, maar simpelweg van de bezemkastblues.

Mocht je overigens door dit verhaal zijn geïnspireerd en een eigen YA-gerelateerd coronawoord hebben bedacht, laat me het dan weten.

Geplaatst op Geef een reactie

Ode aan mijn proeflezers

chinouk thijssen - blindelings - hij is van mij - scelta publishing

chinouk thijssen - blindelings - hij is van mij - scelta publishingZoals jullie weten heb ik in twee maanden tijd mijn nieuwe boek geschreven. Dan is het nu toch af, zou je zeggen. Maar nee, er komt nog een hoop bij kijken. Tussen het moment dat je de allereerste regel op papier zet en dat het in de winkels ligt, zit vaak een heel jaar. Soms duurt het proces iets langer en soms iets korter, maar laten we even van een jaar uitgaan. Dit zijn twaalf maanden waarin er intensief aan het boek gewerkt wordt.

Huh? Maar je zegt net dat je je nieuwe boek in twee maanden tijd hebt geschreven! Ja, dat klopt. Dan hebben we het over de eerste versie. Zie het als een ruwe diamant. Het is nog een manuscript en dat moet geslepen worden. Er moet worden geschrapt en geschaafd. Herschreven. Omgegooid. Vernietigd. Opnieuw opgebouwd.

Een boek ontstaat door teamwork. Bijna iedere auteur heeft een vast groepje proeflezers dat in een vroeg stadium de zwakke punten in je verhaal weet aan te stippen. Ze zijn allemaal superkritisch en zullen niet schromen om je te vertellen waar je verhaal tekortkomt. Maar ze zullen het je ook vertellen als ze iets juist heel goed vinden en je ze hebt verrast met een leuke of spannende plottwist.

De herschrijffase is misschien wel de belangrijkste fase van het schrijven van een boek. Tijdens de eerste versie kun je je nog lekker uitleven en zie je wel waar je uitkomt. Maar het moet wel allemaal kloppen, er mogen geen open lijntjes zijn, de plot moet goed in elkaar zitten en bevredigend zijn. Vinden je proeflezers je personages 3D genoeg? Worden ze meegesleept door het verhaal en kunnen ze zich inleven? Is het herkenbaar en geloofwaardig? Zijn er ook genoeg kleine spanningsbogen en plotjes die tussentijds opgelost worden? Maken de personages genoeg ontwikkeling door? Dan moet het allemaal ook nog duidelijk leesbaar zijn, zodat de lezer erdoorheen vliegt en aan het einde moet hij echt verrast worden.

Juist. Als ik dit zo lees denk ik: o mijn god, wat een werk! Kan ik dat allemaal wel? Een boek moet wel aan heel veel eisen voldoen. Lezers doorzien alles en merken elk verhaaltechnisch foutje op. En dan heb je nog recensenten en bloggers. Al die mensen moet je tevredenstellen met jouw verhaal. Maar dat is nu net niet mogelijk. Iedereen heeft een andere smaak en niet elk verhaal kun je even goed vinden. Dus hoe erg je je best ook doet op de eerste versie, de tweede, derde of misschien wel de vierde, meningen verschillen. Gelukkig kunnen we dat van ons af zetten tijdens het schrijven, anders zouden we denk ik allemaal een writer’s block hebben. En natuurlijk heb ik makkelijk praten met zoveel enthousiaste recensies. Maar vaak is het net die ene die net iets minder positief is die je niet loslaat…

Geplaatst op Geef een reactie

Column Chinouk Thijssen: Happy new column

chinouk thijssen - blindelings - hij is van mij - scelta publishing 1

chinouk thijssen - blindelings - hij is van mij - scelta publishing 1Mijn eerste column in het nieuwe jaar. Zal ik nu heel cliché terugblikken op 2015 en vertellen dat ik jullie allemaal zo geweldig vind en dat ik hoop dat 2016 een nog mooier boekenjaar wordt? Ja, laat ik dat gewoon doen. Met nieuwjaar mag je een beetje nostalgisch worden en terugkijken op het verleden.

Voor mij stond 2015 nog meer in het teken van boeken dan de voorgaande jaren. Niet alleen kwam er een nieuw boek van mij uit, het waren er zelfs twee! En ik schreef mijn derde young adult (die een tikje paranormaal is geworden en retespannend). Daarnaast corrigeerde en redigeerde ik ongeveer tweehonderd boeken in uiteenlopende genres en raakte ik zo geïnspireerd dat ik de verhaallijnen verzon voor nog vier boeken.

In de zomer leerde ik tijdens het YA Summer Camp een ontzettend leuke en enthousiaste groep boekliefhebbers kennen en 2015 was ook het jaar waarin ik meer boekvriendinnen maakte. Niet in mijn hoofd hoor, geen personages in nieuwe boeken, maar echte mensen. Uren rondkijken in de boekhandel, high tea’en en het alleen maar over schrijven hebben, werkafspraken die vooral gaan over alle mooie boeken die je echt nog aan moet schaffen… Dit jaar hoop ik nog veel meer van dit soort afspraken te hebben, want ik krijg nooit genoeg van het praten over boeken. (Dûh!)

Ook in 2016 zijn jullie nog niet van me af. Sterker nog: jullie gaan alleen maar meer van me zien. Ik ga door met vloggen op mijn YouTube-kanaal, ben actiever dan ooit op Instagram en probeer ook elke dag even op Twitter en Facebook te kijken. En Snapchat niet te vergeten. Eeeeeeeen ik hoop dat jullie dit jaar nog mijn nieuwe boek kunnen lezen en dat jullie het natuurlijk nog spannender vinden dan Hij is van mij en Blindelings (maar niet boos worden als het toch 2017 wordt).

Ik zou op nog veel meer mooie momenten van 2015 terug kunnen blikken, maar dan wordt deze column net zo lang als een boek van Tolkien. Ain’t nobody got time for that. Maar ik wil jullie wel heel erg bedanken voor het lezen van mijn boeken en columns en voor het bloggen over mijn YA-thrillers. En nog belangrijker: bedankt dat jullie de tofste doelgroep zijn die een auteur maar kan wensen. Happy new year!

Geplaatst op Geef een reactie

Column Martine Glaser: Op Manuscripta als schrijver, als mens

Martine Glaser LR

Martine Glaser LRHelp, ik sta op Manuscripta. Niet bij een kraam, niet achter een kraam, maar als programmaonderdeel, naast twee prachtige, veel jongere meiden. Wat moet ik aan? Wat moet ik zeggen? Ik wil helemaal niet in het zonnetje staan! In de zon – graag, vooral op een dag  als deze, als het water met bakken uit de lucht komt. Maar dan zonder toeschouwers, als het kan.

Het probleem van schrijver zijn is dat je voortdurend moet afvragen waarom je dingen doet of denkt. Al je drijfveren moet je doorgronden, al je eigenaardigheden en zwakheden dapper accepteren, want alleen als je jezelf echt durft te zien, weet je een beetje hoe wij mensen in elkaar zitten. En alleen dan kun je echte personages creëren, zo gaat dat nu eenmaal.

Ik weet inmiddels dat de bron van mijn zonnetjes-angst in mijn eigen YA-tijd ligt. Toen ik 16 was, onzeker over mijn uiterlijk, over wat ik nou helemaal voorstelde, over alles eigenlijk, werd ik tot mijn schrik gekozen tot voorzitter van de schoolvereniging. ‘Goh, wal leuk,’ zei iedereen. Leuk? Ik vond het verschrikkelijk! Met angst en beven keek ik uit naar mijn eerste officiële optreden. In kleren waarin ik me ook al niet lekker voelde – een jurk, panty’s, terwijl ik meer het broeken-en-truientype was –moest ik een schoolavond openen. Doodzenuwachtig staarde ik naar de katheder die al dreigend klaarstond, tussen de rand van het podium en de bordeauxrode gordijnen. ‘Komt allemaal goed, meid,’ zei de toneelmeester. ‘Je gaat hier straks het trapje op, dan over het podium naar de spleet in de gordijnen en dan sta je precies waar je wezen moet.’

Daar ging ik, voetje voor voetje schuifelend in het donker, richting streep van licht. Nog een paar stappen… bonk. Had die vent vergeten het souffleursluik dicht te doen: ik viel wel een meter naar beneden. De vent in kwestie vroeg zich inmiddels af waar ik bleef. Dan de gordijnen maar open, dacht hij kennelijk. En terwijl die plechtig uiteenschoven, zag het ademloze publiek mij stoffig, een en al ladder, kop als een tomaat, uit dat gat klimmen.

Later, voor ik ging schrijven, heb ik nog op veel podia gestaan. Zonder angst, want

erger dan toen kon het toch niet worden. De onzekerheid is gebleven, dat wel. Als je die met de paplepel naar binnen hebt gekregen, gaat hij nooit meer helemaal weg, maar als je dat eenmaal weet en accepteert valt er goed mee te leven. Bovendien heb ik gemerkt dat mijn onzekerheid verdwijnt zodra ik me richt op iets dat me na aan het hart ligt, iets waar ik echt in geloof. Dan vergeet ik al die dingen als: zie ik er wel goed genoeg uit? Zal ik niet gaan stotteren? Zeg ik wel precies de goede dingen?

Echtheid, daar heb je het al weer. Is dus niet alleen van belang voor schrijvers. Zoek je bron, je eigen waarheid, dat wat jou in vuur en vlam zet en de weg naar wie en wat je wilt zijn ligt voor je open.

Leuk, ik sta op Manuscripta. Ik mag daar praten over wat mij beweegt.

Als schrijver, als mens.

 

martine glaser-zie me hoor me-clavis

Martine Glaser kwam na haar opleiding aan de kunstacademie bij toeval in de wereld van de huisvesting terecht. Ze begon er als vakantiehulpje en werd er uiteindelijk directeur. Daarnaast bleef ze veel andere dingen doen, zoals radioprogramma’s maken, gedichten schrijven, op reis gaan naar verre landen en schilderen. Ze werd ereburger van Leiden en kreeg van Koningin Beatrix een lintje. In 2007 stopte ze met werken omdat ze alleen nog maar wilde schrijven. Sindsdien zijn bij uitgeverij Clavis het kinderboek Het wonderbaarlijke verhaal van Pippa Poezenoortjes en de YA-thriller De zaterdag van het onweer verschenen. In maart kwam haar nieuwste boek, de YA-thriller Zie me, hoor me uit.

Geplaatst op 6 Reacties

Een redacteur voor Sirene en een vertaling voor Muze

Column Redacteur Sirene Vertaling Muze

Column Redacteur Sirene Vertaling MuzeVorige maand vertelde ik over de schrijfwedstrijden, NaNoWriMo en de schrijversborrel. In deze nieuwe column heb ik eindelijk nieuws over Sirene! Ook rondom Muze heb ik een leuk nieuwtje: deze novelle krijgt een nieuw jasje, namelijk een Engelse. Verder wil ik jullie ook graag vertellen over een nieuw project dat te maken heeft met deuren en dromen 😉 Weer een boel te vertellen dus!

Verder lezen Een redacteur voor Sirene en een vertaling voor Muze

Geplaatst op 3 Reacties

Was het dan allemaal maar een droom?

Toen ik nog in Tarrytown was, met heimwee naar Nederland, werd mij verzekerd dat alles hier nog steeds hetzelfde was. Dat was misschien best zo, maar ik wilde het graag met eigen ogen zien. Eenmaal thuis merkte ik al snel dat ze wel gelijk hadden. Er is ook niets veranderd. Wat ik persoonlijk het opvallendste vond wat dat betreft, is dat ze zelfs in de kroeg nog dezelfde muziek draaien als voor ik wegging (met een paar huidige top 40 hits ertussen dan). De inwoners zijn nog steeds hetzelfde, met hun eigenaardige gewoontes en opvattingen.

Verder lezen Was het dan allemaal maar een droom?

Geplaatst op 3 Reacties

Over en voorbij

Alsof het gister was dat ik huilend op het vliegveld afscheid nam van mijn familie. En nu ben ik gewoon alweer thuis. Ik heb nog wel wat leuke dingen gedaan in de maand voor ik wegging. Zo ben ik in mei een weekendje naar de Niagara Falls geweest. De weersvoorspelling was zon met 26 graden maar dat was het helaas totaal niet. Op de avond dat we aankwamen bij de watervallen regende het en hadden we heel slecht zicht, zo slecht dat we amper iets konden zien. De volgende ochtend was het weer een stuk beter (nou ja, het was in ieder geval droog) dus toen konden we de Niagara Falls eindelijk goed zien en wat leuke foto’s Verder lezen Over en voorbij

Geplaatst op 4 Reacties

Terugblik op de ervaring van mijn leven

Zoals jullie allemaal wel weten zit mijn reis er bijna op. Ik heb nog maar één maand te gaan voor ik weer terug moet naar het echte leven; een baan zoeken, hard aan het werk en weer thuis wonen. Het zal ongetwijfeld wel een tijdje duren voor ik er weer aan gewend ben.

Met nog maar zo’n korte tijd te gaan, ga ik niet alleen aftellen maar vooral ook terug kijken. Want hoe leuk ik het ook vind om weer naar huis te gaan, ik heb hier toch echt wel een super gave tijd gehad. Niet veel mensen kunnen zeggen dat ze in Amerika Verder lezen Terugblik op de ervaring van mijn leven

Geplaatst op 4 Reacties

Het gevreesde H-woord

Oke, ik ga het dan eindelijk maar eens aan mezelf en jullie allemaal toegeven. Ik heb heimwee. De afgelopen weken heb ik mezelf wijs proberen te maken dat ik alleen mijn familie, vriendinnen en kennissen mis, maar mijn dorp eigenlijk niet echt, dus dan is het toch geen heimwee? Maar hoe irritant Volendammers soms kunnen zijn, hoeveel kritiek ik ook heb op het uitgaansleven in mijn dorp, en hoe saai Nederland misschien ook is vergeleken bij New York, ik mis het allemaal wel. En dat dames en heren, is toch echt heimwee. Ik kan het nog wel uithouden hier hoor. Vooral nu de lente onderweg is en ik dan

Verder lezen Het gevreesde H-woord