Geplaatst op Geef een reactie

Interview met Jennefer Mellink

Jennefer Mellink

Jennefer MellinkIk mocht Kwaad bloed van Jennefer Mellink lezen en haar ook nog eens interviewen. Door wat problemen met de mail duurde het iets langer dan verwacht om een afspraak te maken, maar uiteindelijk hadden we elkaar dan toch aan de telefoon.
Bijna een kwartier lang hebben we alleen maar gezellig zitten kletsen en vergat ik haast dat er ook nog een interview moest gebeuren. Zo zie je maar weer, schrijvers zijn ook maar gewoon mensen en ook nog eens ontzettend leuk om mee te praten.
Wat ik allemaal te weten ben gekomen kunnen jullie in dit interview lezen – want ja, ook daar hebben we nog tijd voor gemaakt.

Hoe en wanneer wist je dat je boeken wilde gaan schrijven?
Mijn opa, Piet Valkman schreef veel korte verhalen, die hij uitgaf in bundels en hij schreef recensies voor Elsevier. Als kind had ik het nog niet zo in de gaten, maar toen ik wat ouder werd realiseerde ik me dat het wel heel erg leuk was, schrijver zijn. Mijn opa was echter niet het type dat naar boekenbals ging – daar werd hij wel voor uitgenodigd, maar hij ging dan niet – en promotie maken vond hij ook maar niks. 
Vroeger toen ik echt jong was wilde ik prinses en zangers worden, maar pas vanaf mijn twintigste besefte ik me dat graag wat met boeken zou willen doen. Ik heb jaren lang voor Crimezone, dat is nu Hebban geworden, recensies geschreven en ik schrijf ook wel eens korte verhalen voor volwassenen. Eigenlijk volg ik dus mooi het voorbeeld van mijn opa.
Nadat ik zolang en zoveel met boeken bezig was geweest, wilde ik het toch eens gaan proberen en zelf een boek schrijven. Inmiddels wist ik wel ongeveer wat ik zelf graag in een triller terug wilde zien en dat heb ik kunnen gebruiken.

Dus je leest zelf ook graag. Heb je een favoriet boek?
Ja, ik lees heel erg graag, maar tegenwoordig heb ik er helaas niet zoveel tijd meer voor. Ik wil ook niet eerst een boek lezen en daarna direct gaan schrijven, omdat ik dan bang ben dat het verhaal er teveel door wordt beïnvloed.
Maar ik heb wel een all time favorite! De Chirurg van Tess Gerritsen. Die vond ik zó goed. Eigenlijk zou ik hem weer eens moeten herlezen, want het is al jaren terug dat ik hem las.

Welk boek lees je op dit moment?
Ik heb net Hex van Thomas Olde Heuvelt uit. Meestal ben ik niet zo van de fantasy, maar omdat er over dit boek werd gezegd dat je er niet van kon slapen en het heel erg spannend was, heb ik hem toch maar gelezen. Eerlijk gezegd was het niet zo mijn ding. fantasy trekt me gewoon niet.

Je schrijft Young adult trillers. Waarom heb je specifiek voor dit genre gekozen en niet bijv. trillers voor volwassenen?
Nou, dit is vooral omdat ik vind dat jongeren meer zouden moeten lezen. En dat kun je doen door goede boeken voor ze te schrijven. En waarom die doelgroep? Dat is eigenlijk omdat ik vind dat ik op mijn leeftijd (Jennefer is dertig) het beste kan schrijven over een leeftijd die ik zelf al helemaal ervaren heb. Een verhaal over een vrouw van vijfenveertig zou raar zijn voor mij, omdat ik zelf die leeftijd nog niet heb gehad.

Wil je altijd in dit genre blijven schrijven? Of zijn er nog andere dingen die je zou willen proberen?
Voorlopig wil ik zeker in dit genre blijven schrijven. Je bouwt toch een lezersgroep op, die wachten dan op een nieuw boek van jou. Maar ooit wil ik wel proberen om de overstap te maken naar trillers voor volwassenen. Of misschien doe ik het er dan wel naast, voor zowel jongeren als volwassenen.

Welk woord – of zin – gebruik je vaak? Misschien te vaak?
Dat heb ik eigenlijk niet echt. Ik merk wel dat ik er soms op let dat ik geen uitspraken gebruik die ik in mijn vorige boeken ook gebruikte. Mijn personages probeer ik allemaal anders te maken en dus kunnen ze niet dezelfde dingen zeggen.
Gelukkig heb ik ook altijd mijn proeflezers nog. Als ik dan in een boek veel hetzelfde woord gebruik, dan halen zij dat er voor mij uit.

Ik heb zelf Gebroken nog niet gelezen, maar Kwaad bloed natuurlijk wel. Nu weet ik toevallig wel dat je ook in Gebroken, net zoals in Kwaad bloed over onderwerpen zijn die behoorlijk heftig zijn. Wat drijft je ertoe om juist deze onderwerpen in je verhalen te gebruiken?
Dat is een lastige. Die onderwerpen zitten gewoon in mijn hoofd. Ik ben van mening dat de jongeren tegenwoordig al heel veel zien en horen, ze zijn feitelijk al een hoop gewend. Dus het is juist ook goed en belangrijk om over deze onderwerpen te schrijven.
Wel probeer ik altijd om niet teveel in details te treden. Heftige scènes schrijf ik vooral uit het gevoel van de hoofdpersoon, zonder dat ik precies vertel wat er gebeurd. Hierdoor kan ieder voor zich bepalen hoe “heftig” iets kan zijn.

Doe je veel research voor je verhalen?
Voor mijn nieuwste boek wel. Ik ga binnenkort naar een huis van bewaring en spreek ik een rechercheur, maar in mijn andere boeken was het niet altijd nodig. Voor Kwaad bloed heb ik wel met een rechercheur gepraat, omdat ik de details goed wilde hebben wat betreft het politieonderzoek. Verder is internet altijd een enorme hulp als ik iets wil weten.

In Kwaad bloed kom je als lezer pas op het laatste moment echt te weten wie de moordenaar van Vince is. Wist jij tijdens het schrijven meteen al wie het zou zijn?
Ja. Ik schrijf ook altijd eerst het eind van een verhaal. Dat zet ik dan in een apart word document, daarna ga ik met de rest van het verhaal bezig.

Hoe schrijf jij je boeken? Doe je dat met pen en papier of juist op de computer?
Op de computer, dat vind ik toch het prettigste werken.

Het is weer november, waardoor iedereen spontaan weer aan het schrijven slaat. Heb jij zelf wel eens mee gedaan aan NaNoWriMo?
Nee, nog nooit. Ik schrijf het liefste op mijn eigen tempo, tenzij er natuurlijk een deadline aan zit te komen, dan maak ik wel een planning. Maar ik ben bang dat als ik aan NaNoWriMo mee zou doen, ik vooral heel veel rommel zou schrijven en dat wil ik liever niet.

Welke advies zou je mensen willen geven die zelf willen gaan schrijven?
Het is heel belangrijk om vol te houden en door te gaan. Dat is denk ik het “grootste geheim”. Schrijven is een hoop werk, misschien dat mensen zich daar wel eens in vergissen. Dus blijf volhouden en in jezelf geloven, dan kom je er uiteindelijk wel.
Oh, en houd je ogen en oren open. Je hoort en ziet zoveel dingen om je heen die inspiratie kunnen zijn.

Wat kunnen we in 2016 van jou verwachten?
Boek nummer drie is bijna af en ik ben al begonnen aan boek nummer vier.

Kun je iets vertellen over nummer drie?
Het gaat over een meisje van achttien, ze is op zoek naar een huurwoning en heeft veel ruzie met haar moeder. Uiteindelijk vindt ze een huurhuis, maar dat is nogal eng. Het staat op een industrieterrein. Ze geeft een housewarming en daar gaat ze met een aantal anderen geesten oproepen. Vanaf dat moment gebeuren er allemaal dingen. Er verdwijnen spullen of die komen juist in de tuin te staan. En er gaat iemand dood, precies zoals al werd voorspeld.

Geplaatst op Geef een reactie

Interview met Julie Kagawa

JulieKagawa

JulieKagawaOf ik het leuk vond om Julie Kagawa te interviewen? Goh, ik wist niet dat er zulke suffe vragen bestonden. Natuurlijk vind ik het leuk!
Vol goede moed ging ik naar Amsterdam en stapte daar prompt in de verkeerde tram en stapte uit bij de verkeerde halte. Toen ik ook nog eens het juiste adres niet kon vinden, begon ik hem wel een beetje te knijpen.

Uiteindelijk bleek ik alleen maar aan de verkeerde kant van de gracht te lopen en was ik er zo. En jongens, ik moet het even kwijt: wat is dat Ambassade hotel gaaf! Het staat daar vol met boeken en die zijn allemaal – ik herhaal allemaal – gesigneerd door de schrijvers. Ik waande me dan ook even helemaal in het paradijs en was mijn zenuwen totaal vergeten.
Van anderen had ik het al gehoord, maar het bleek ook nog echt waar te zijn: Julie Kagawa is een schat van een vrouw. Wat hebben wij gelachen en heerlijk gepraat.

Wat is je favoriete kleur?
Zwart. Vooral omdat zwart eigenlijk overal wel bij past en het is een beetje mysterieus. Bovendien zijn de meeste dingen die ik leuk vind zijn zwart, zoals Ninja’s en trendcoats.

Wat eet je het liefst?
Sushi, zeker als er zalm bij zit. Heerlijk.

Heb je een favoriete film?
Dat is een lastige. Ik heb verschillende films die ik echt heel leuk vind, maar het eerste wat in me op komt is om eerlijk te zijn How To Train Your Dragon. *lacht* 
Er zit een draak in. En hij is nog zwart ook! Ik heb zelfs een knuffel van Toothless in mijn werkkamer staan.

Wat is je favoriete boek?
Ook dat is een moeilijke, want eigenlijk veranderd dat regelmatig. Maar een boek dat me echt heeft geïnspireerd is The Druid of Shannara, van Terry Brooks. Het is een geweldig boek, met een heel mooi liefdesverhaal en het is echt fantastisch geschreven. Oh ja, en als ik een mega spoiler mag verklappen, op het eind gaat ze dood, maar dat is juist zo mooi. Ze redt de wereld, maar de jongen blijft met een gebroken hart achter.

Terwijl ik dat boek las dacht ik: ik wil mensen ook op deze manier laten huilen tijdens het lezen.

Als je voor één dag iemand zou mogen zijn, wie dan ook, wie zou je dan willen zijn?
Oh, jeetje. Eh… wie dan ook? Goed, het eerste wie ik kan bedenken is Hermione Granger. Omdat ze zo ontzettend slim is, maar ook vanwege de magie.

Wat heb je vanmorgen gegeten en was het lekker?
Ik had van alles uit het hotel. Croissants en kaas en zo. Oh, en gerookte zalm! Geweldig. Ik vind het zo leuk dat je hier in Nederland vis kan eten als ontbijt. Mijn man zou het echt walgelijk vinden, want hij houdt niet van vis. Bij ons krijg je pancakes, eieren en bacon, maar nu ik toch hier ben geniet ik ervan.

Wie is je favoriete Disney prinses?
Mulan.

Als je op een onbewoond eiland terecht zou komen, welke drie dingen zou je dan meenemen?
Behalve eten en drinken. Een mes, een zaklamp en een touw. Of anders een machine waarmee ik mezelf naar een andere plek kan teleporteren. Is dat valsspelen? Mag een kano ook?

Welke superkracht zou je willen hebben?
Ik zou heel graag in een draak willen kunnen veranderen, dat lijkt me echt geweldig. Of ik zou de Timeturner van Hermione Granger willen hebben. Dat is niet echt een superkracht natuurlijk, maar wie heeft er nou geen extra tijd nodig.

Grappig dat je dat zegt, je raadt nooit wat de volgende vraag op mijn lijstje is.
Als je een tijdmachine had, waar zou je dan heen gaan?
*schiet in de lach* Serieus? Wat toevallig! Ik denk niet dat ik per se ergens naartoe zou gaan, ik zou het eerder gebruiken om de tijd even stil te zetten, zodat ik wat meer kan doen. Zoals een boek af schrijven.

Maar je schrijft al zoveel boeken.
Ja, dat klopt wel. Maar ik moet écht het boek afschrijven waar ik nu mee bezig ben. Eigenlijk zit ik nogal vast en de deadline komt veel te dichtbij.

Wilde je altijd al schrijver worden?
Nee, toen ik klein was wilde ik absoluut iets doen met dieren. Ik was dol op dieren, nog steeds trouwens. Maar voor wat ik wilde, moest je goed zijn in wiskunde en biologie, precies die dingen waar ik niet goed in was. Op de middelbare school kwam ik erachter dat ik het leuk vond om te schrijven en ik vond het altijd al heerlijk om te lezen, dus toen besloot ik dat ik maar schrijver zou worden.

Wanneer wist je dat je écht een schrijver was geworden?
Tja, ik wilde dus al schrijver worden toen ik een jaar of zestien was, maar pas toen ik halverwege de twintig was lukte dat ook echt. De Iron King kwam uit in 2010, dus toen was het echt.

Je schrijft heel verschillende soorten verhalen, Nimmernimmer, Talon, futuristisch Amerika. En daarin creëer je steeds weer totaal andere soorten mensen en andere personages. Hoe doe je dat? Raak je nooit in de war?

Al die verhalen hebben eigenlijk hun eigen reden. De Iron Fey serie ontstond omdat ik gek ben op mythologie en folklore. Het begon een beetje met het verhaal van het Wisselkind, dat inspireerde me. En ik wilde de Fae niet zo toverachtig en lief maken, maar juist zoals ze vroeger werden gezien. Mensen waren er bang voor en brachten offers aan hen.
Blood of Eden is weer een totaal ander verhaal. Ik wilde eigenlijk nooit een vampier verhaal schrijven, niet omdat ik ze niet leuk vond, maar ik dacht niet dat ik nog met iets nieuws kon komen. Op dat moment was Twilight ook echt een hype en het was toen lastig om daar overheen te komen.
Toen ik echter klaar was met de Iron Fey boeken, vroeg mijn uitgever me wat ik verder nog voor ideeën had. Ik vertelde haar dat ik wel een ideetje had over de wereld na de Apocalyps, een ziekte heeft bijna iedereen uitgeroeid en is allemaal erg donker en duister, ik heb nog niet echt een plot of personages, maar het wel dát idee!
En zij zei ‘Tja, dat klinkt leuk, heel leuk. Maare, we willen graag dat je iets schrijft over vampiers.’ *lacht*
In eerste instantie zag ik het niet zo zitten, tot ik erover na ging denken. Ik had dat ideetje voor die wereld en iets met vampiers. Dat begon ik te mengen en toen was daar ineens Blood of Eden.
En voor Talon. Dat begon eigenlijk al op de middelbare school. Toen schreef ik al een verhaal over een drakenmeisje en een drakendoder, alleen toen was het een soort middeleeuws fantasy verhaal. Wel waren hun namen toen al Ember en Garret en ik bleef maar aan ze denken. Dus heb ik het verhaal herschreven.

Als je in één van je eigen boeken zou mogen leven, welke zou je dan kiezen?
Absoluut niet Blood of Eden. Dat zou ik nooit overleven en het is doodeng en er is geen technologie, dus ik denk toch de Iron Fey boeken. Een mooie, magische wereld en Ash leeft daar.

Heb je een favoriet personage?
Aller tijden? Ooh, dat is moeilijk! Dan kom ik weer terug bij Ash, hij was de eerste die ik schreef en hij is zo gegroeid in de boeken.

Heb je ooit wel eens een personage op een bestaand persoon geïnspireerd?
Nee, dat probeer ik eigenlijk heel erg te voorkomen. Wel hebben al mijn personages een stukje van mij, maar dat zal iedere schrijver wel herkennen. Mijn personages zijn vooral geïnspireerd op Anime en games, zeker de jongens uit de Iron Fey boeken.

Welk boek zou je graag geschreven willen hebben?
Harry Potter. Niet vanwege het succes, maar echt vanwege de wereld. Die is zo mooi gemaakt, ik wou dat ik dat had bedacht.

Hoe schrijf je?
Ik schrijf in mijn werkkamer. Elke dag om 10:00 uur ga ik zitten en ik moet van mezelf minimaal 1000 woorden schrijven, zeker als ik tegen een deadline aanzit kan ik niet gaan zitten wachten op inspiratie. Ik kan absoluut niet schrijven in een trein of een café, want ik raak veel te snel afgeleid. Een boekwinkel zou helemaal een ramp zijn, al die boeken zijn veel te interessant.

Wat mogen we in 2016 van jou verwachten?
Soldier, het derde boek uit de Talon serie is de volgende. De Iron Warior is net uit in Amerika, dus die zal hier ook wel snel zijn. En na. Talon komen er nog twee boeken over draken, maar daarna weet ik het nog niet zeker. Ik heb wel wat ideeën, maar wie weet.

Heb je advies voor mensen die ook willen gaan schrijven?
Schrijf, al is het steeds maar een heel klein stukje. Ieder woord, iedere zin, brengt je dichter naar het einde. Uiteindelijk lukt het je, als je maar vast blijft houden en niet stopt.

Oh ja, laatste vraagje: Mag ik met Ash trouwen?
*lacht* Oh, dat zou ik niet erg vinden, maar Meghan zou waarschijnlijk wel een beetje protesteren. Als je haar kan overhalen, dan mag het van mij. Als ik wel op de bruiloft mag komen natuurlijk!
2015-11-01 11.33.50

Geplaatst op Geef een reactie

De boekenkast van… Linda

Boekenkastvanlinda

BoekenkastvanlindaDeze maandag beginnen we met de boekenkast van… Linda! Alhoewel het geen boekenkast is, maar een boekenkamertje! De wens van iedere lezer.

Linda leest gemiddeld per jaar ongeveer 70 a 80 boeken die ze vooral koopt op het Boekfestijn en andere boekenbeurzen. Benieuwd welke boeken ze koop? Lees hieronder het interview met Linda:

Hoe zou jij de inhoud van je boekenkast omschrijven?

Als walk-in library.

Welk genre lees jij het allerliefst?

Young Adult en fantasy.

Hoeveel boeken lees jij gemiddeld per week/maand/kwartaal/jaar?

Per jaar ongeveer 70 a 80.

Wat is je favoriete boek?

Toevallig is dat een boek wat niet tot het YA of fantasy genre behoort, maar wel een boek die me altijd bijgebleven is: Het meer van de meisjes van Carol Goodman. Erg interessant verhaal met goede plot twists. In het genre YA en fantasy is mijn favoriet toch echt Harry Potter :).Boekenkastvanlinda

Welk boek wil jij nog heel graag lezen?

De nieuwe in de Lunar Chronicles serie: Winter!

Welk boek heb jij het vaakst herlezen?

Harry Potter (lees deze namelijk ook regelmatig voor in de klas).

Welk boek is een echte miskoop geweest?

Wuthering Bites… Leek me wel een grappige parodie op Wuthering Heights, maar ik kom er niet doorheen. Wat een crappy boek.

Welk boek (of welke serie) is een absolute aanrader?

Zoveel! Ik vond de Edelstenen-trilogie erg leuk, maar ook de Selectie-serie. Tsja, heel veel boeken(series) eigenlijk wel.

Welk boek is je het meest bijgebleven?

Bovengenoemde: Het meer van de meisjes van Carol Goodman.

Lees jij liever een serie of een boek dat op zichzelf staat?

Liever een serie 🙂 Kun je toch langer in een bepaald wereldje blijven hangen!

Welk boek (of welke serie) moet zeker verfilmd worden?

BoekenkastvanlindaIk vind het eeuwig zonde dat ze maar één boek van de Vampire Academy verfilmd hebben. Zou de rest ook graag verfilmd zien (met name die waarin het vooral om Dimitri draait!)

Koop jij je boeken of leen jij het van de bibliotheek?

Ik koop boeken. Lenen eigenlijk nooit meer.

Hoeveel geld geef jij uit aan boeken (per maand/kwartaal/jaar)?

Per jaar… Pff… Ja, op zich wel veel. Maar koop vooral veel tweedehands of op het Boekenfestijn en andere boekenbeurzen. Denk dat ik toch wel gauw aan een paar honderd euro per jaar kom… Oeps!

Als jij zelf een boek mocht schrijven, waar zou dat dan over gaan?

Ik zou graag een kinderboek schrijven 🙂 Waar het over zou gaan, weet ik nog niet.

Boekenkastvanlinda

Geplaatst op Geef een reactie

Column Floortje Zwigtman: Next Generation

floortjezwigtman

floortjezwigtmanJongeren lezen.
En ze lezen boeken.
Geen e-books, geen illegaal gedownloade bestanden. (Dat laten ze wel aan hun moeders over.)
Ze lezen echte, papieren boeken.
Want die kun je vasthouden, met je meedragen, in je kast zetten, hebben.

Boeken kunnen een hebbeding zijn, een onderdeel van je lifestyle.
En wie van de trendwatchers die vijf jaar geleden voorspelde dat na de cd ook het papieren boek ten onder zou gaan, had dat kunnen voorspellen?

Goed, jongeren lezen dus. Maar schrijven ze ook?
Nou zeker, kan ik sinds afgelopen dinsdag zeggen.

Ik was op de Boekenbeurs in Antwerpen, dat jaarlijkse boekenfeest van onze Zuiderburen, waar ik elke keer weer vandaan kom met de vraag: waarom hebben we dit in Nederland niet? Ik was gevraagd mee te werken aan de wedstrijd Write Now!, waarbij jongeren van 12 tot 16 jaar zo’n drie uur lang aan een tekst schrijven, gecoacht door professionele auteurs. We waren met zijn drieën, als professionele auteurs, en verreweg in de minderheid. In een afgeladen zaal werkten zo’n dertig jonge schrijvers in bloedfanatieke stilte aan het beste verhaal dat ze ooit geschreven hadden.
‘Als ze niet naar je toekomen, omdat ze verlegen zijn of zo, maak dan zelf maar even een rondje door de zaal,’ adviseerde een van de organisatoren ons. Het was niet nodig. Onze tafels werden bestormd door jongeren die de kans om advies te vragen niet aan zich voorbij wilden laten gaan. En al snel kreeg ik door dat niet alleen de jonge schrijvers, maar ook ons een uitdaging was gesteld. Elke jongere die tegenover me zat, had een eigen idee, eigen problemen en een eigen stijl. De vragen die ze hadden, waren geen beginnersvragen, maar vragen waarmee iedere schrijver worstelt.
Zo was er een schrijfster met een fantastisch verhaalidee: een oude vrouw die na de dood van haar kat besluit dan maar weer een vent in huis te nemen. Maar… waarom deed ze het eigenlijk? Waarom al dat gedoe van een man die eten op zijn bord wil en schone sokken op zijn tijd? Ze was op zoek naar de motivatie van haar hoofdpersoon en die zoektocht herkent iedere schrijver die heel graag wil dat iets gebeurt maar niet geloofwaardig kan maken waarom het gebeurt.

Een andere jonge schrijfster had geen problemen met de motivatie van haar hoofdpersoon. Ze wist daar alles van: haar hoofdpersoon had een gameverslaving en daardoor totaal geen tijd voor de rest van de wereld, laat staan voor haar duffe oma.
Haar verhaal was af en klaar voor de eerste lezer. En die eerste lezer, dat was ik. Om eerlijk te zijn, ik worstelde. Tegenover me zat een schrijfster die qua stijl en taalbeheersing ver voor liep op haar leeftijdsgenoten, maar in haar enthousiasme zo ver doorgedraafd was dat ik verdwaalde tussen alle krullerige worden en kronkelende zinnen. Ik had dus kritiek. En wat is kritiek geven moeilijk als je tegenover iemand zit die ontegenzeggelijk talent heeft! Je moet dan als een razende gaan bedenken hoe je je kritiek zo tactvol mogelijk gaat formuleren, voordat degene die tegenover je zit aan je gezicht ziet dat je denkt: hmmm… tsja.
‘Goed, je hebt een verhaal geschreven waar je als schrijver blij mee bent, ga het nu eens van de kant van de lezer bekijken,’ probeerde ik. Zo praatten we erover en ze ging opnieuw aan de slag. Misschien met het voornemen eens een andere aanpak uit te proberen, misschien in de overtuiging dat ik een trut was. Maar ze ging weer aan het werk: niet ontmoedigd maar vastberaden. En dat maakte nog wel de meeste indruk op me: dat deze jonge auteurs zo gedisciplineerd bezig waren, drie uur lang en sommigen nog wel langer! Zonder Facebook of Whattsapp te checken, zonder te gaan draaien of uit het raam te staren. Gewoon drie uur lang pure concentratie: wie van ons professionele auteurs doet het hen na?

En daarom heb ik vertrouwen in de toekomst. Ook als het om de volgende generatie schrijvers gaat. Ze zijn gedreven. Ze hebben uithoudingsvermogen. Ze kunnen met kritiek omgaan. Het zou best weleens kunnen dat ook zij de trendwatchers versteld zullen doen staan. Zoals ouderwets papier het won van de e-reader, zo kan het advies van ouwe zak Ernest Hemmingway het wel eens winnen van al het moderne gemultitask: ‘There is nothing to writing
All you do is sit down (at a typewriter) and bleed’

 

Bron: Luitingh-Sijthoff

Geplaatst op Geef een reactie

Recensie: ‘Geestesoog’ van James Dashner

geestesoog

geestesoogGeestesoog is een bloedstollend avontuur dat zich afspeelt in een virtuele wereld. Het lukt Dashner wederom een razend spannend verhaal te schrijven dat je in een ruk uitleest.

Samenvatting

Michael is een gamer. Hij brengt zijn dagen het liefst door in zijn “Grafkist” waar hij aangesloten wordt op het VirtNet: een virtuele wereld waarin alles mogelijk is. Hier spreekt hij af met zijn beste vrienden Sarah en Bryson, die hij trouwens nog nooit in het echte leven heeft ontmoet. In het VirtNet hebben de drie de grootste lol: ze kunnen namelijk ontzettend goed hacken en dat maakt alles net een tikkeltje leuker. Regels zijn er immers om ze te breken, toch?

Alles lijkt onschuldig, tot er gamers beginnen te verdwijnen. Ze worden gegijzeld in het VirtNet door de gevaarlijkste gamer van allemaal: Kaine. Michael wordt door de VNS, VirtNet Security, gerekruteerd om deze losgeslagen figuur op te sporen. Met behulp van zijn vrienden gaat Michael de diepste krochten van het VirtNet in, en komt hij dingen over zichzelf en het VirtNet te weten die hij liever verborgen had willen houden.

Een nieuwe wereld

Geestesoog speelt zich af in een nieuwe wereld, en dan wel een virtuele. Het deed me een beetje denken aan de film Avatar. Je lichaam wordt in een high tech kist aangesloten op allerlei draden en je verschijnt als het ware op een andere plaats. Hoe duurder je Grafkist, hoe intenser de ervaring, en hoe meer het spel op het echte leven lijkt. Dus, als iemand je een klap verkoopt in het VirtNet, voel je die in je Grafkist ook. Daarnaast moet je gewoon eten en naar de WC. Er is gelukkig wel één verschil met de echte wereld: als je in het VirtNet sterft word je gewoon weer wakker in je Grafkist, daar zorgt je ‘kern’ voor.

Naast echte mensen heb je in het VirtNet ook ‘tangenten’, dat zijn computerprogramma’s die eruit zien als mensen. Dit werd niet echt uitgelegd, en in het begin had ik geen idee wat er met een ‘tangent’ bedoel werd. Ik zie ze als een soort NPC’s, non-player characters, maar toch wijken ze hier iets van af. Je zult het boek moeten lezen om erachter te komen wat er dan zo anders aan ze is, want ik wil natuurlijk niet teveel verklappen!

Gamen met gevaar voor eigen leven

Tijdens hun zoektocht komen Michael, Sarah en Bryson erachter dat Kaine zich schuilhoudt in het Geheiligde Ravijn. Ze moeten een speciaal pad volgen om hier te komen. Het is van levensbelang dat ze Kaine vinden, want hij stuurt zogenaamde KillSims op mensen af waarmee hij ze vernietigt. Hierdoor blijven ze voor eeuwig gevangen in het VirtNet. De tocht over “Het Pad” is heel gevaarlijk en de vrienden moeten hun uiterste best doen om alle obstakels te overwinnen. De wereld mag dan wel virtueel zijn, maar schadelijk is hij zeker. Michael krijgt namelijk last van vreemde hoofdpijnaanvallen nadat de KillSims het trio bijna te grazen hadden genomen… wat heeft Kaine met hem gedaan?

Hoewel ik het verhaal leuk vond, bleef het voor mij moeilijk om het VirtNet als een echte plaats te zien. Ik kan me niet voorstellen dat je vrijwillig in een kist gaat liggen waar er allemaal gekke draden op je lichaam worden aangesloten zodat je kunt gamen in een wereld waar je daadwerkelijk gewond kunt raken. Maar, ieder zijn ding, zullen we maar zeggen. Wel heeft Dashner zijn best gedaan om het VirtNet zo realistisch mogelijk neer te zetten, en ook voor lezers die niet (zoveel) gamen is Geestesoog een leuk en spannend boek. Kaine’s plannen vond ik doodeng, en er zit een aantal goede plotwendingen in het verhaal waardoor Dashner wederom bewijst dat hij de schrijfkunst perfect onder de knie heeft.

Geestesoog is naar mijn mening heel anders dan De labyrintrenner, de eerste serie van Dashner. Wel zijn beide series erg spannend, en gooit de schrijver er hier en daar wat grappige opmerkingen doorheen om de spanning te doorbreken. Verder zie ik wat vergelijkingen in de manier waarop Dashner zijn plotwendingen brengt. Gelukkig zijn die zo goed dat je ze absoluut niet aan ziet komen! Als je Dashners eerste serie leuk vond, zal je van deze zeker ook kunnen genieten. Ik ben heel benieuwd naar deel twee, want Dashner heeft me in spanning achtergelaten!

Conclusie: Geestesoog is het begin van een spannende trilogie die zich afspeelt in een nieuwe, virtuele wereld: een must read voor iedereen die genoten heeft van de Labyrintrenner-serie.

Waardering: 3,5/5 sterren”

De recensent ontving hiervoor een gratis leesexemplaar van de uitgeverij in ruil voor een eerlijke recensie.

Gegevens boek Titel: Geestesoog, De sterfelijkheidsdoctrine 1 | Auteur: James Dashner | Vertaler: Rogier van Kappel | ISBN: 9789021400068 | Aantal pagina’s: 288 | Datum van verschijnen: 6 oktober 2015 | Uitgeverij: Q